Het masterplan rammelt aan alle kanten
Na een eerste grondige analyse van de verschillende dossiers stellen we talrijke mankementen en onvolmaaktheden vast; zie hieronder
In deze rubriek wordt eveneens per thema alle informatie verzameld die cruciaal is voor het behoud van een groen landelijk Ekeren Donk
Ook bijzondere knelpunten, relevante opmerkingen en suggesties van bewoners en sympathisanten vindt u hier terug
Deze rubriek wordt regelmatig bijgewerkt en is tevens een bron voor het indienen van bezwaarschriften, die in een later stadium -  tijdens het openbaar onderzoek -zullen ingediend worden

 

RUIMTELIJKE ORDENING BEBOUWING MOBILITEIT WATERPROBLEMATIEK PARK NATUUR LANDBOUW SOCIALE DIMENSIE SCHADEVERGOEDING

 

Enkele aandachtspunten.

In plaats van de woonkwaliteit in de wijk op te waarderen zal de woonkwaliteit devalueren. Dit terwijl er voldoende verloederde wijken zijn die kunnen opgewaardeerd worden door bestaande woningen te slopen en te vervangen door nieuwbouwwoningen die voldoen aan de huidige bouwnormen. We betreuren dan ook ten zeerste dat op de “Donk” de omgekeerde beweging wordt gemaakt en opnieuw een stuk landelijk groen plaats moet ruilen voor beton. Wij zijn het dan ook grondig oneens met de huidige plannen en ijveren ervoor dat de Hoekakker onaangeroerd blijft!

De aandachtspunten werden aangevuld op zaterdag 28 januari 2017. De nieuwe informatie is gebaseerd op de richt- en procesnota RUP Hoekakker, op de besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen (2-12-2016), de besluiten van  het districtscollege (20-12-2016) en de bespreking van dit alles op de raadscommissie van het Ekers district (25-1-2017).
Al scrollend vindt u in het blauw de actuele informatie en de bijhorende bedenkingen.

Reacties hierop zijn zeer welkom op onze reactiepagina!



RUIMTELIJKE ORDENING:

De woningnood

Het valt te betwijfelen of deze zo acuut is als wordt beweerd. Momenteel immers blijven naburige woningen (bv. in de Stadhouderslaan) lang te koop staan.
Overigens zijn er meerdere nieuwbouwprojecten in de directe omgeving: ….

Het is niet evident om in het verhaal van het “zo gunstig mogelijk bebouwen” mee te gaan. Het hele Masterplan draagt het risico in zich dat het Ekeren-Donk qua woonstijl dichter bij Merksem of Deurne brengt dan bij Kapellen of Brasschaat waarmee het huidige Ekeren-Donk nog wel aansluiting heeft.

BEBOUWING

  1. Het probleem van de hoogbouw
    Op het plan ziet “de groene long” er goed uit maar de ermee gepaard gaande hoogbouw doet de aantrekkelijkheid ervan geheel teniet. Appartementsgebouwen zijn hoe dan ook vreemde elementen in deze woonomgeving. Eufemismen als “meergezinswoning” of “gestapelde woning” brengen hierin geen verandering.
    Er wordt in het voorontwerp gesproken over 3 tot 5/6 bouwlagen. Dit geeft de omgeving een ingrijpend ander uitzicht en karakter. Eerdere beloftes om in geval van ingebruikname van de Hoekakker als woonuitbreidingsgebied niet hoger te gaan dan 3 bouwlagen, worden nu ontkend.
  2. De inplanting van de rij- en parkwoningen
    In de basistekeningen van het voorontwerp wordt de indruk gegeven dat de 1ste rij (eensgezins)woningen de hoogtelijn en bouwstijl van de huidige buitenste woningen zullen overnemen. Op andere tekeningen blijken (bij het aangeven van de bouwlagen) sommige woningen uit 2 en andere uit 3 bouwlagen te bestaan. In de tekst spreekt men zich hier echter niet als zodanig over uit. De ontwerpers doen algemene uitspraken over woontype, de bouwstijl en bouwlagen. Dit maakt dat alles vrijblijvend is en nog naar eigen goeddunken kan worden ingevuld.
    Dat de tuinen van de bestaande en van de nieuwe rij woningen naar elkaar zijn gericht, kan enigszins als positief worden aangemerkt. De inplanting van de bebouwing ligt evenwel veel te dicht bij de aangrenzende woningen. De afstand tussen beide rijen is bijzonder klein. Vele van de nieuwe tuinen hebben maar een lengte van 10m.
    Ook de nieuwe bewoners zijn met een grotere tuin gebaat. Dit betekent meer privacy en meer ruimte zodat er niet alleen plaats is voor terrasverharding maar ook voor beplanting.
    Een grotere tussenruimte geeft tevens de vrije baan aan het zonlicht waardoor zonnepanelen in aanmerking komen.
    De 2de rij woningen worden in het voorontwerp parkwoningen genoemd omdat hier de afstemming op het park primeert. Dit lijkt een voorstelling van zaken om de hoogbouw te rechtvaardigen. Zoals gezegd hebben de regio-vreemde appartementsblokken hun weerslag op de woonbeleving en het gezinsvriendelijk karakter van de huidige buurt.

Anders dan in de adviezen van de Ekerse districtsraad is in de nota geen sprake meer van “3 bouwlagen met enkele accenten naar 4” maar van parkwoningen die tot 4 bouwlagen gaan. In de raadscommissie van 25 januari 2017 “verzekerde” de persoon die toelichting gaf bij de nota dat het voorlopig niet zo is dat alle parkwoningen 4 bouwlagen krijgen. Deze uitspraak zet geen enkele rem op de mogelijkheid dat bij de verdere opmaak van het RUP 4 bouwlagen de standaard wordt voor de parkwoningen.    

Verder werd op de raadscommissie niet enkel  gesproken over afgravingen maar ook over ophogingen.  Wat is de weerslag hiervan op de beleefbaarheid van de Hoekakker voor de bewoners van de naburige wijken?


BOVEN

WATERPROBLEMATIEK
Iedereen kent deze problematiek; nadat 6 ha in beton wordt gegoten is een opvangbekken (put) voor 40.000 m³ nodig; met een oppervlakte tot 3.8 ha gaat alweer een deel van ons “park” verloren!

 

Op hierboven getoonde map van Geopunt kan U zien dat de hoekakker nog steeds als effectief overstromingsgevoelig staat ingekleurd.

 

Collateral damage voor wijk De Oude Landen?

In de richt- en procesnota RUP Hoekakker staat dat de opstuwing als gevolg van de interactie van de ondergrondse parking met de grondwaterstroming in regenrijke periodes enkele millimeters kan bedragen(p. 50). Tevens wordt melding gemaakt van het regenwater dat van de nieuwe huizen en  de nieuwe bestrating naar de Schelde vloeit.
Mogelijk heeft dit een impact op de waterhuishouding in de huidige wijk De Oude Landen. Het water zal immers niet zo sympathiek zijn om stroomopwaarts terug te vloeien naar het waterbekken.
Om een significante impact van de bebouwing op het grondwater te vermijden, is gemotiveerd onderzoek naar de mogelijke gevolgen hiervan noodzakelijk.
Harde bewijzen dat dit voldoende is gebeurd, zijn niet te vinden. De bezorgdheid lijkt dan ook terecht.
Overigens stelde de districtsburgemeester op de raadscommissie van 25 januari 2017 dat de  onderhandelingen met Brasschaat en reeds genomen maatregelen voor gevolg hebben dat de huidige buurt de voorbije jaren niet meer blank kwam te staan ondanks enkele flinke buien.
Vraag is welke functie de huidige greppel die de Hoekakker aan de westrand markeert hierin speelt.  Kan het waterbekken deze greppel overbodig maken want hij wordt blijkbaar in de nieuwe plannen dichtgegooid.


Overstromingsgevoelig vastgoed: buitenkans of onnodig risico?

Bouwen in een overstromingsgevoelig gebied is altijd een risico.
Dat de natuur zich niet zomaar laat bedwingen is geweten. De huidige kaarten voor overstromingsgebied worden na elke overstroming bijgesteld door de Vlaamse Milieumaatschappij.
Deze kaarten zijn van groot belang voor mensen die in een risicogebied (gaan) wonen. Verzekeraars nemen deze gegevens mee in de berekening van hun premie voor een brandverzekering. Soms worden brandverzekeringen geweigerd op basis van die argumenten.
De Krant: "De Tijd" schreef hierover het artikel: "Overstromingsgevoelig vastgoed: buitenkans of onnodig risico?" Zeker het lezen waard!

 

BOVEN

MOBILITEIT

  1. De omvang van het wagenpark en de impact op de mobiliteit
    De geciteerde mobiliteitsstudie spreekt van een reeds “problematische” situatie ter hoogte van het kruispunt Laar – Kapelsesteenweg.
    De hele woonsite Hoekakker zou vervolgens slechts een verslechtering van 2% voor dit kruispunt betekenen wat als niet significant geldt (zie Besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen, 16 september 2016). Dit lijkt een te gunstige voorstelling van de impact van een bebouwing met 542 of zelfs 600 nieuwe woningen.
    Op het infomoment had men het over een geschat aantal van 1,2 wagens per gezin. Volgens onze informatie worden 1,5 wagens per gezin als norm genomen waarbij we de indruk hebben dat zelfs deze waarde een onderschatting is van het wagenpark in onze wijk.
    Overigens menen wij te kunnen concluderen uit de projectpresentatie dat de mobiliteitsstudie gebeurde in opdracht van projectontwikkelaar Vooruitzicht.
    Daarom onze pertinente vraag voor een neutrale, objectieve studie van de impact van het huidige Masterplan op de mobiliteit (zie verder).

  2. De verkeersveiligheid
    Met de toename van het bestemmingsverkeer zal onze wijk - die overigens bezig is te  verjongen - minder veilig en kindvriendelijk zijn.
    Verschillende verbindingsstraten bieden aan de trage weggebruiker weinig of  geen bescherming.  Dit is in het bijzonder het geval op de Oude Landen waar voor de beide richtingen slechts één  fietspad  is voorzien  en op de Gerardus Stijnenlaan waar zelfs een elementair voetpad ontbreekt. "Sterk inzetten op fietsgebruik" (cfr ontwerpbesluit, p.9 )  is een mooi ding maar de infrastructuur hiervoor laat veel te wensen over.

  3. De ontsluiting via het openbaar vervoer
    Ekeren-Donk en Ekeren in zijn geheel bieden weinig werkgelegenheid. Daarom is de hele buurt aangewezen op een optimale organisatie van het woon-werkverkeer. Het openbaar vervoer voorziet nu al niet in de noden. Indien de middelen voor een uitbreiding van het openbaar vervoer ontoereikend zijn, zal het wagenpark ongetwijfeld nog toenemen.

  4. De ontsluiting via het openbaar vervoer  bis
    Het voorontwerp stelt: Het projectgebied is relatief goed ontsloten met het openbaar vervoer.” Eigen ervaring spreekt dit duidelijk tegen. Wij nodigen de ontwerpers uit om een dagelijkse woon-werkverplaatsing van Ekeren-Donk naar Linkeroever te maken met het openbaar vervoer en dan te oordelen. Meerder bewoners beamen dit en hebben elk hun eigen verhaal.
    Dat de ontsluiting via het openbaar vervoer (met  op de Oude Landen één keer per uur één busverbinding in elke richting) verre van optimaal is, zorgt voor een toename van het aantal bedrijfswagens  in onze buurt. 

  5. - De opmerking over het openbaar vervoer is terecht, maar dit geldt niet enkel voor woon- werkverkeer. Ook voor 's avonds of in het weekend kan je niet echt rekenen op openbaar vervoer. Bij voorbeeld: om op vrijdag avond van de F. Rooseveltplaats naar de Keurelaan te komen, moet je al om 20:52 de bus nemen (bron: De Lijn routeplanner).
    - Omdat men toch een aantal sociale woningen voorziet, zijn er mogelijk meer inwoners die gebruik gaan maken van het openbaar vervoer. Een uitbreiding van het huidige aanbod is daarom misschien wel te overwegen.
    - Wat zijn de plannen voor de Gerardus Stijnenlaan? Het stuk naast de weide is momenteel zeer smal en niet evident om te kruisen (zeker niet als er werken zijn op het Laar). Het zou niet slecht zijn als men een verbreding van de straat (bij voorkeur met voetpad) opneemt in de plannen. Uitwijkhavens lijken me dan geen veilige oplossing. Een straat met fiets/voetpad kan nog altijd een landelijk karakter hebben. Een verbreding van de straat met een fiets/voetpad boven de beek (vgl. met wat ze aan het Laar gedaan hebben) is m.i. een beter alternatief.
    - De huidige woonwijk is qua opbouw van de wegen enkel voorzien voor beperkt bestemmingsverkeer. De toename van bestemmingsverkeer naar de nieuwe woningen vraagt voor maatregelen om de buurt verkeersveilig en kindvriendelijk te houden. Daarom stellen wij voor om de bestaande wijk en nieuwe wijk volledig zone 30 te maken, al dan niet met bijkomende verkeersremmende maatregelen.
    - In onze wijk staan regelmatig woningen te koop. Dit zal sowieso leiden tot een verjonging van de buurt, waardoor bovenstaand puntje nog belangrijker wordt. TvA, 12-10

  6. Parkeren
    In de nota worden 0,3 bovengrondse  parkeerplaatsen per woning voorzien voor bezoekers. Men rekent dus op een gemiddelde van 1 bezoeker voor meer dan 3 woningen. Dit is op zich al  bijzonder laag en bovendien bestaat de realiteit niet uit gemiddelden. Stel dat iemand vrienden op bezoek vraagt of een familiefeest organiseert…

    De opgelegde beperkingen qua parkeerruimte kaderen volgens de nota in een politiek waarbij de bewoners en bezoekers worden aangemoedigd om maximaal gebruik te maken van fiets en openbaar vervoer. Hierbij wordt gespeculeerd op de  goede ligging van het plangebied èn op een  uitstekende bediening door het openbaar vervoer. (!)

    Eigenlijk vinden alle problemen hier een orgelpunt. Men rekent vrijblijvend  op de opvoedbaarheid en goede mentaliteit van de burger. Van de bewoners wordt verwacht dat zij maar 1 auto kopen en de discipline hebben om deze in de ondergrondse garage te parkeren. Hierbij stelt zich dan nog de vraag of deze garage in een periode van veel regen niet lichtjes onder water zal staan.° In dit geval  zullen de bewoners  zich door de ( mogelijke) aankoopverplichting van de ondergrondse garage bekocht voelen en zal er van discipline niet zoveel sprake meer zijn.

    De (wan)verhouding tussen de parkeerruimte en de bevolkingsdichtheid houdt in de eerste plaats verband met het feit dat men de berekening van het aantal woningen maakt op basis van de 18 ha.  Vanwege de waterproblematiek is echter maar 6 ha feitelijk bebouwbaar. Feitelijk bezien heeft de Hoekakker als woonuitbreidingsgebied maar een capaciteit van 150 woningen, namelijk 6 (ha) x 25 (aantal wooneenheden per ha in grootstedelijk gebied). Dit zou overeenkomen met 1 bovengrondse  parkeerruimte per woning wat meer realistisch is.

    De kans dat vanwege een groot parkeergebrek nog meer tot verharding moet worden overgaan indien aan de 450 woningen wordt vastgehouden,  is dan ook zeer groot. 

    °Bouw bij voorkeur geen ondergrondse constructies bij nieuwbouw, tenzij eventueel als kruipkelder. Kiest u toch voor ondergrondse ruimten, bewaar er dan geen kostbaar materiaal of woon er niet in. Ook ruimten met waterdichte bodems en wanden ontsnappen niet altijd aan het overstromingswater. (uit: http://www.integraalwaterbeleid.be/nl/publicaties/afbeeldingen/Overstromingsveiligbouwenenwonen-CIW.pdf
    p. 11 – eigen markering)



Ontvangen reacties:
  • Misschien voor de ontsluiting met het openbaar vervoer. Misschien toch concreet vermelden dat er slechts één keer per uur een busverbinding is. De trein frequentie is één per uur in het weekend en twee per uur in de week.
  • Zelfs de norm van 1.5 wagen per gezin is volgens mij onderschat. Jonge gezinnen werken meestal met zijn tweeën. De ervaring in onze straat bevestigt dat zeker.
  • Gezien de toegang tot de woningen beperkt zou zijn, zal er nog meer parkeeroverlast in de omgeving ontstaan.
  • Het drukkere verkeer zal ook leiden tot een gevaarlijker situatie voor de zwakke weggebruikers. Dit is in het bijzonder het geval op de Oude Landen, waar nog steeds een fietspad ligt die voor de twee richtingen gebruikt moet worden en op de Gerardus Stijnen weg, waar de weg bijzonder smal wordt.  DD, 16-10

 

Nog een bemerking in het kader van verkeersveiligheid.
Rekening houdend met het bijkomende verkeer, moet ook de verkeerssituatie aan de Prinshoevenweg bekeken worden. Zeker als er in de voorziene cluster een crèche voorzien wordt, is het toch aangewezen om een fietspad te voorzien en ook aan de kant van de Hoekakker zelf een voetpad in te plannen.
Ook moet bekeken worden wat de impact zal zijn van het bijkomend verkeer op straten tussen de Prinshoevenweg en de Veltwijcklaan (en aansluitend de Kapelsesteenweg).


BOVEN

PARK

  1. De nood aan een park
    “Ekeren telt momenteel ongeveer 367 m² groen per inwoner, wat ver boven het stedelijk gemiddelde van 157 ligt. Maar de realiteit is ook dat Ekeren nog wel een tekort kent aan publiek en buurtgroen. De Antwerpenaar heeft gemiddeld 69.1 % buurtgroen binnen de 400 m van zijn woning. Voor Ekeren bedraagt dit 54.2 %. De districtsraad staat dan ook positief tegenover het gegeven dat ca. 13 ha van Hoekakker via een Ruimtelijk Uitvoeringsplan herbestemd zal worden tot publiek toegankelijk parkgebied.” (Ontwerpbesluit VOMP Hoekakker, p 4)
    Vraag echter is hoe deze percentages eruit zien voor Ekeren-Donk. We denken dat voor Ekeren-Donk het tekort ten aanzien van het Antwerps gemiddelde minder groot is dan voor Ekeren in zijn geheel. We hebben hier al verschillende parkjes of speeltuintjes (tussen Willebeeklaan en Hertogenlaan, achteraan Sint-Jozef (Schoutlaan), Hof De Bist, Weegbreelaan; eigenlijk mag ook de speeltuin Vazallaan - Laathoflaan worden meegerekend).
    De nood en de meerwaarde van het overigens zeer drassige park is hiermee ondergraven

    Tijdens de raadscommissie argumenteerde de vertegenwoordigster van BUUR ( het ontwerpbureau van het masterplan) dat het masterplan met het park als paradepaard, de beleefbaarheid van de Hoekakker aanzienlijk zal vergroten.
    Het is niet fair om de huidige situatie te vergelijken met een park dat dan nog zeer idyllisch wordt voorgesteld. De Hoekakker wordt immers met het vooruitzicht van de bebouwing al jaren aan zijn lot overgelaten.

    Eigenlijk zouden enkele kleine, goedkope ingrepen volstaan om de beleefbaarheid van het huidige open gebied te vergroten, bijvoorbeeld:
    • de veldweg die vertrekt op de Gerardus Stijnenlaan meer toegankelijk maken en doortrekken (als veldweg!) tot aan het fiets- en voetpad tussen de Gravenlaan en Herautenlaan.
    • Het stuk verwilderde natuur achter de huizenrij in de Laathoflaan herwaarderen door een nieuwe aanplanting en deftig onderhoud.


  2. De doorkijk naar het park
    Het is verdienstelijk dat ervoor gekozen werd om de parkwoningen niet aaneengesloten te maken. Dit geeft het park een zekere transparantie. Toch is de doorkijk naar het park voor een groot deel van de huidige bewoners beperkt tot onbestaande.
    De huidige bewoners van de wijk verliezen een groot deel van het groengebied en worden fysiek en visueel van het resterende groengebied afgesloten.

  3. Het onderhoud van het park
    Bij het onderhoud van de naburige borders en pleinen wisselen goede en mindere periodes elkaar af. Soms is een aanplanting helemaal verkommerd en wordt een opknapbeurt uitbesteed aan een privébedrijf. Waarna de aanplanting opnieuw aan zijn lot (en de winde) wordt overgelaten. Dit neemt veel vertrouwen weg in de middelen van de stad om het park na aanleg daadwerkelijk te onderhouden

  4. Park of vijver ?
    De totale oppervlakte van de Hoekakker bedraagt 18 ha; waarvan 6 ha bebouwd wordt. Trek daarvan nog eens 3,8 ha af voor de waterbedding (40.000 m³) en 1,7 ha voor volkstuintjes waar niemand om gevraagd heeft en die ontoegankelijk zullen zijn voor het park.
    Wat blijft er dan nog over ?
    Amper 7,5 ha dus minder dan 50 % ! En dat zal dan het grootste deel van het jaar nat en sompig zijn.
    Wij willen geen park vol beton.

Ontvangen reactie:

Onze buurt is gezegend met veel speeltuinen voor de kinderen in de buurt. Met de huidige inplanning verdwijnt het speeltuintje achter de Laathoflaan. In het park worden wel een aantal speeltuigen voorzien, maar is dit voldoende om het huidige aanbod te evenaren, rekening houdend met de uitbreiding van het bewonersaantal? (TvA, 12-10)


BOVEN

NATUUR

Het park - dat in het Masterplan als troef wordt uitgespeeld - moet het afleggen tegen de open ruimte en de landelijkheid die de huidige Hoekakker biedt. Evengoed betreft de aanleg van een park een vorm van verstedelijking.

Bovendien zijn we gehecht aan de huidige omgeving en de onverwachte beloningen die je krijgt wanneer de vrije natuur op zijn beloop wordt gelaten (kieviten die hier jaar na jaar kwamen broeden, een zwerm ooievaars die hier half maart 2015 voor enkele uren halt hield, …). Wanneer ’s morgens de nevel over de velden hangt, roept dit alle weerstanden op tegen de verstedelijking van dit gebied.

Overigens denken we dat de infonamiddag aantoonde hoe aangenaam het kan zijn om halt te houden in het groene kader dat de Hoekakker momenteel biedt (wat bewezen diende worden).

Als reactie op de eerder geciteerde tekst over ruimtegebruik (p. 4)  kan de bedenking worden gemaakt  of  het niet meer dan wenselijk is om ook de percentages  van de afstand tussen particuliere woonhuizen en  onaangeroerd landelijk gebied  mee in aanmerking te nemen .

 

LANDBOUW

Het stelt ons teleur dat met de verkaveling van de Hoekakker een stuk agrarisch verleden in Ekeren wordt uitgewist.

“De districtsraad staat positief tegenover het voorstel om ca. 1.7 ha van de open ruimte te reserveren voor gemeenschappelijke vormen van landbouw (samentuinen, gemeenschapslandbouw…). De districtsraad vindt het noodzakelijk om de landbouwers die momenteel nog actief zijn binnen het gebied te betrekken bij deze ontwikkeling.” (ontwerpbesluit VOMP Hoekakker, p. 4)

Het is zeer ironisch om mooie agrarische zwart-witfoto’s te laten hangen op de muur langs de Gerardus Stijnenlaan in de wetenschap dat er alles aan moet worden gedaan om deze foto’s tot voltooid verleden tijd te maken. )


De Provincie Antwerpen pleit voor het behoud van agrarisch gebied. De Hoekakker is een landbouwgrond die voorlopig nog in gebruik is maar volgens het masterplan moet wijken voor bebouwing.
De ecologische en maatschappelijke baten zouden nochtans niet gering zijn mocht men de Hoekakker als landbouwzone in eer herstellen.
Ook financieel is dit een haalbare kaart (zelfs als de uitbetaling van de eigenaars via de planschaderegeling mee in aanmerking wordt genomen).
Enkele krantenartikels die ons hoop geven dat de provincie de Hoekakker gaat valideren als landbouwgebied: GVA (16/02/2017) en Het Nieuwsblad (16/02/2017)

BOVEN


SOCIALE DIMENSIE

In het ontwerpbesluit wordt de wens uitgedrukt dat ook jonge tweeverdieners zich aangesproken voelen om zich voor een langere tijd in Ekeren-Donk te vestigen. Het Masterplan moet ook deze verwachting inlossen.

Tegelijk vragen we aandacht voor de huidige bewoners van de omliggende wijken. Het betreffen voor een groot deel tweeverdieners (al dan niet met kinderen) die zich in een levensfase bevinden waarin zij de keuze kunnen maken om in deze buurt te blijven wonen dan wel uit te wijken naar elders (lees: rustiger gelegen oorden).

Door het vooropgestelde aantal wooneenheden zullen er honderden kinderen bijkomen. Aan de nood aan een kinderdagverblijf werd gedacht. We vinden evenwel geen aanwijzingen dat een te beperkte capaciteit van de scholen een knelpunt kan zijn. Het waarschijnlijke vooruitzicht om bij inschrijvingen ook hier de wacht te moeten optrekken aan de schoolpoort is weinig aanlokkelijk.

 


Ontvangen reacties:

De onderstaande tekst werd door Kristelijke Werknemersbeweging: Ekeren-Donk aan haar leden gestuurd.

Verdwijnt het laatste stukje landschap in Ekeren-Donk ?

We citeren uit het collegebesluit van de stad Antwerpen dd 2 december 2016 :

“Hoekakker is een onbebouwd en groen gebied van ongeveer 18 hectare groot, gelegen in de wijk Donk in het district Ekeren. Het bestaat grotendeels uit weilanden en akkers.
Drie beken stromen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied : de Donkse beek loopt langs de Prinshoeveweg ten noorden van het gebied, de Oudelandse beek doorkruist het plangebied en de Laarse beek stroomt te zuiden parallel met de E 19.

In het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) ‘Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen’ werd het gebied bestemd als “reservegebied voor wonen Hoekakker” en is vanaf 31 december 2015 bestemd voor wonen zoals bepaald in artikel 2C.2 ‘woongebied’.

Twee derde van de gronden is in handen van projectontwikkelaar nv Vooruitzicht en één derde is eigendom van de sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning. De twee eigenaars plannen een nieuwe woonwijk met eengezinswoningen en appartementen en enkele voorzieningen, gebouwd rond een publiek park.

In opdracht van de eigenaars wordt door ontwerpbureau BUUR een masterplan opgemaakt. De stad Antwerpen begeleidt BUUR bij de opmaak van dit plan.”

Intussen is het zover; Het masterplan voor dit gebied werd goedgekeurd.  In de districtsraad van 30 januari jl werd het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) (De juridische vertaling van dit masterplan) goedgekeurd.
Veel mensen van Ekeren-Donk waren op deze districtsraad stilzwijgend aanwezig (het publiek heeft geen “stemrecht”  in de districtsraad). De meesten hoopten dat het gebied zou gevrijwaard blijven van woningbouw.

Wat bij de bespreking van dit agendapunt vooral opviel was de neerbuigende toon die door verschillende leden van de meerderheid werd gebruikt ten aanzien van deze actievoerders.
Zij werden zowat weggezet als “nostalgische” mensen die tegen “de vooruitgang” zijn.

De vraag blijft : “welke vooruitgang “ ?
Als het laatste stukje open landschap in Ekeren-Donk verdwijnt is dit dan vooruitgang ?
Als we later zullen terugblikken op deze periode zullen we dan fier zijn op onze politici omdat zij hebben toegelaten dat er in de hoekakker 360 tot 450 woningen werden gebouwd ?
Of zouden wij binnen één generatie niet veel fierder zijn dat ze het landschappelijk karakter van Ekeren-Donk hebben kunnen behouden.
Vooruitgang is misschien niet “overal woningen bouwen”, zeker niet in zo’n kwetsbaar en weinig toegankelijk gebied als de Hoekakker.
Vooruitgang sluit misschien meer aan bij de idee van “de betonstop”, zoals de Vlaamse regering het zo mooi formuleert.

KWB – Ekeren-Donk
1 maart 2017


 

SCHADEVERGOEDING

Een veel gebruikt argument is dat, mocht men de gronden niet vrijgeven om te bebouwen, men de eigenaar moet vergoeden voor zijn geleden schade.
Men spreekt hier dan over mysterieus hoge bedragen die de Stad zou moeten betalen aan de eigenaars van de gronden.
Veel meer dan dat het "enorm hoge bedragen" zijn komen we niet te weten. 8 miljoen Euro, daar spreekt men soms over?


Deze vorm van vergoeding bestaat en heet planschade.
Indien een eigenaar door een beslissing schade lijdt door waardevermindering van onroerende zaken moet de overheid deze vermogensschade vergoeden.

 

Maar hoe groot kan die planschade zijn in het geval van de Hoekakker? Gaat het echt over enorm hoge bedragen?
Hoe verhoudt de mogelijke compensatie zich ten opzichte van de kosten voor het "park" en andere publieke uitgaven zoals heraanleg van toegangswegen?
Wordt de soep wel zo heet gegeten als ze opgediend werd?

In een tekst over dit onderwerp (uitgewerkt door andere voorstanders van behoud van de Hoekakker), lezen we dit over planschade:

Over het onderwerp "planschade"

Bij onze blijvende bezwaren bij de bebouwing van de Hoekakker worden wij steeds geconfronteerd met het argument van de "schadevergoeding" (= planschade) en de "rechtsonzekerheid" van de eigenaars.

Om het grote aanbod aan slecht gelegen bouwgronden op de gewestplannen in te krimpen, kan de gemeente met een RUP de bestemming van de grond wijzigen naar een openruimtefunctie.

Probleem: als bouwgrond van bestemming verandert, kan de eigenaar een zogenaamde planschadevergoeding
eisen. Een planschadevergoeding is verschuldigd als een bouwperceel door een ruimtelijk uitvoeringsplan niet
meer kan bebouwd worden, bijvoorbeeld wanneer een woonzone omgezet wordt naar natuur, bos of landbouw.
Het is de rechtbank die uiteindelijk bepaalt of en hoeveel de schadevergoeding bedraagt.
Heel wat gemeentebesturen worden afgeschrikt door mogelijke planschadevergoedingen om bouwgrond van bestemming te veranderen.
Dat is niet altijd nodig.
Voorwaarden voor planschade
Het perceel moet gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg en moet bouwtechnisch in orde zijn. Als er
geen uitgeruste weg is, is er dus geen planschade. Ook wijst de rechtbank planschadevergoedingen regelmatig
af omdat het om waterzieke of onstabiele gronden gaat. Dergelijke gronden zijn technisch immers niet in orde
om te bebouwen.
Verder moet enkel een vergoeding betaald worden voor de eerste 50 meter vanaf de rooilijn. De planschadevergoeding bedraagt 80% van het waardeverschil tussen de geïndexeerde aankoopprijs van de grond en de nieuwe waarde volgens de nieuwe bestemming.

Heel wat eigenaars en bestuurders gaan ervan uit dat een planschadevergoeding berekend wordt aan de hand
van de huidige bouwgrondprijzen.
Dat is niet correct: de planschade wordt berekend aan de hand van de prijsdie de eigenaar betaalde toen hij de grond aankocht. Die aankoopprijs wordt vervolgens geïndexeerd; het
resultaat is de planschadevergoeding. Dat bedrag zal bijna altijd (veel) lager liggen dan de huidige prijs van
bouwgronden, zeker als de aankoop al lang geleden is.
Dit betekent dat de schadevergoedingen die moeten betaald worden, vele malen kleiner zijn dan wat eigenaars
of projectontwikkelaars claimen. Uit een overzicht van planschadedossiers bij de Vlaamse overheid blijkt dat
er in de afgelopen jaren een duizendtal gerechtelijke procedures werden opgestart voor het vergoeden van planschade. De vorderingen bedroegen in totaal meer dan 300 miljoen euro. Slechts in een honderdtal zaken kwamen er uiteindelijk effectief schadevergoedingen, voor een totaalbedrag van 18 miljoen euro. Dat toont aan dat de gevorderde bedragen meestal sterk overdreven zijn en niet altijd gegrond. Laat je als gemeentebestuur
daarom niet te snel afschrikken door een mogelijke planschade om open ruimte te vrijwaren.

Een andere vraag die regelmatig opduikt: moet voor woonuitbreidingsgebied planschade betaald worden?
Dat is enkel in zeer uitzonderlijke gevallen het geval. Uit analyse van de rechtspraak blijk dat slechts in één op de vijftien aanvragen ook effectief planschade moet betaald worden, bij de herbestemming van een woonuitbreidingsgebied naar een openruimte bestemming.

Blijkt toch niet zo eenvoudig te zijn:
13.12.2016
Het Grondwettelijk Hof deed recent een uitspraak over de planschaderegeling in Vlaanderen die van (financieel) belang is voor het beleid inzake ruimtelijke ordening. Planschade is de vergoeding die de overheid verschuldigd is wanneer de ruimtelijke bestemming van een bouwgrond of industrieterrein wijzigt in een niet-harde bestemming. Decretaal is de schadevergoeding beperkt tot 80 procent van het ingeschatte waardeverlies. Hierin ziet het Hof geen probleem. Daarnaast wordt de planschade beperkt tot maximum 50 meter van ‘de uitgeruste weg’. Daarover is het Hof kritischer, maar de 50-meter-regel blijft wel overeind voor woongebied.
http://www.vilt.be/planschade-vergoedt-enkel-eerste-50-mete…

Het Vlaams parlement heeft in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid niet in een schadevergoeding voorzien, indien een vergunning wordt geweigerd op basis van een
ongunstige watertoets.
http://www.vvpw.be/inforum/PDF/209987.pdf

2013:
1 Als de Vlaamse overheid kiest voor de toepassing van het bestaande systeem zal ze bij de memorie van toelichting duidelijkheid moeten scheppen over de gevallen waarin een WUG in aanmerking komt voor planschade.
De eerste vraag die hierbij moet worden beantwoord is of er überhaupt een recht op planschadevergoeding bestaat voor WUG. In de planologische visie is er immers geen bouwmogelijkheid,
en bijgevolg geen recht op planschade.Het standpunt over deze vraag zal bovendien belangrijke gevolgen hebben voor de
ontwikkelingsmogelijkheden van de niet geschrapte WUGs.
De volgende argumenten pleiten voor de stelling dat er geen recht op planschade is:
− De Vlaamse overheid gaat er in een aantal beleidsdocumenten van uit dat een WUG een reservegebied is dat in principe maar kan worden aangesneden na het aantonen van een
behoefte.
− In de ruimtelijke planning wordt WUG niet beschouwd als “juridisch aanbod” (cfr. de methodiek voor het opmaken van woonbehoeftestudies).
− De rechtspraak is heel streng op het vlak van de ontwikkelbaarheid van woonuitbreidingsgebieden via (verkavelings)vergunningen.
Aan de andere kant bestaan er heel wat argumenten om te zeggen dat er wel een recht op planschade is:
− Het KB van 1972 bepaalt expliciet dat groepswoningbouw bestemmingsconform is in WUG.
− De rechtspraak bevestigt in veel arresten de principiële mogelijkheid voor groepswoningbouw in
WUG.
− De VCRO voorziet geen planbaten voor de herbestemming van WUG tot woongebied.
− In de memorie van toelichting van het AAD wordt bij herhaling benadrukt dat WUG bestemd is voor groepswoningbouw.
Indien er wordt geopteerd voor het bestaande systeem van planschade zullen er ongetwijfeld talrijke juridische discussies worden gevoerd
uit:
http://www.tmleuven.be/…/006%20INSTRUMENTARIUM_GRONDRUIL-KN…

http://www2.vlaanderen.be/ruimteli…/…/uitleg/faqs/faq_10.htm

 

 

Verder valt te vermelden dat er tegen de "kost" van planschade een fonds bestaat waaruit Vlaamse gemeenten zich tot 60% kunnen laten subsidieren: het zogenaamde "Vlaamse Rubiconfonds".

Het argument dat de kost (na een moedige beslissing voor onze wijk) te hoog zou oplopen is misschien een gemakkelijksheidoplossing, dit zou een creatieve oplossing voor deze gronden in de weg kunnen staan.
Lees bijvoorbeeld ook het artikel in Het Laatste Nieuws/Antwerpen Noord van 20 Nov. 2014, waarin vooral de laatste zin opvalt.

 

BOVEN

 

LABYRINTH / DOOS VAN PANDORA/ IS HET SOP DE KOOL NOG WAARD?

Er is de vaststelling dat naarmate iemand zich meer verdiept in het dossier er niet zoiets als voortschrijdend inzicht ontstaat maar eerder een besef van absurditeit van de hele onderneming. Als zoveel bezwaren en complicaties moeten worden overwonnen, heeft het dan wel  zin om ermee door te gaan?

Het wakkert bij ons de hoop aan dat de bouwtoekenning kan herzien worden. Dit is en blijft onze eerste keuze.

Vermits alle politieke partijen van het  Ekers district oorspronkelijk met redenen de verkoop van de Hoekakker wilden tegenhouden vinden we dat in de bestuursraden nog een grondige discussie over het behoud van het masterplan op zijn plaats is.

Een herziening van de bouwtoekenning heeft dan ook onze absolute voorkeur.


Ontvangen reactie:

Wij zijn als inwoners van Ekeren-donk (Gravenlaan) zeer begaan met de toekomst van de Hoekakker. Door vakantie waren we niet aanwezig op de districtsraad, anders waren we zeker gekomen. U mag ons dus zeker aan de lijst van bewoners toevoegen, zodat we verder op de hoogte blijven. Wat ons het meest verontrust is de verkeersdruk en de bouwlagen. Het plan om volkstuintjes aan te leggen vinden we geen meerwaarde, in tegendeel. Dit wordt snel een rommelig zicht!

We duimen mee voor een gunstige afloop. (OV, 2-11)

 


BOVEN


STEUN ONS MET EEN KLEINE BIJDRAGE